De directe personele kosten (saldo kostenplaatsen) zijn € 623.000 hoger dan begroot. De overheadkosten (o.a. indirecte personele kosten) zijn € 150.000 hoger dan begroot. Per saldo is er dus sprake van een overschrijding van € 773.000.

In de begroting was rekening gehouden met een overschrijding van  € 344.000  Dit bedrag was opgenomen in een stelpost om het risico op te vangen doordat er minder uren worden doorbelast naar kostendekkende exploitaties, zoals grondexploitatie, afval en riolering. Wanneer deze ruimte in mindering wordt gebracht blijf er een totaal nadeel over van € 389.000.

De hogere directe kosten worden vooral veroorzaakt door:

• hogere kosten uitvoering WMO (€ 150.000): extra inhuur om te lange wachttijden voor wmo voorzieningen te voorkomen. Het aantal aanvragen lag in 2019 13,5% hoger dan in 2018. Dat heeft te maken met de invoering van het abonnementstarief. Deze aanvragen konden niet allemaal met de beschikbare formatie afgehandeld worden. Daarom is ingehuurd. In 2019 is een verbeterplan opgesteld om het team Wmo weer in balans te brengen.
• hogere kosten uitvoering vastgoedontwikkeling en vastgoedmanagement: € 200.000. In 2019 zijn bij de afdeling Vastgoedontwikkeling hoge kosten gemaakt voor noodzakelijke inhuur van interim-management. Er is sprake geweest van hoge kosten van inhuur ter vervanging van 2 langdurig zieken, en er werd extra ingehuurd in verband met de hoge werkdruk op de afdeling.
• hogere kosten uitvoering integraal beheer openbare ruimte: € 365.000. Dit wordt veroorzaakt door lagere doorbelasting vanuit gebieden en projecten/ vakbeheer en specialisten (€ 260.000), hogere kosten uitvoering Diddewerf (€ 105.000), hogere kosten IBOR uitvoering (extra inhuur €140.0000) en lagere kosten toezicht en handhaving (€ 146.000).
• hogere kosten uitvoering ruimtelijke ontwikkeling: (€ 130.000): extra inhuur door langdurig ziekteverlof op de afdeling en door hogere inhuurkosten voor duurzaamheidsopgave.
• hogere kosten publiekscentrum (€ 125.000): extra inhuur door langdurig zieken op de afdeling.

Diverse afdelingen zorgen voor voordelen waardoor bovenstaande nadelen verlaagd worden.bDe hogere overheadkosten van € 150.000 is een samenstel van voor- en nadelen:

• Hogere kosten facility (€ 0,3 miljoen): dit wordt vooral veroorzaakt door hogere kosten voor representatie (o.a. 75 jaar Bevrijdingsdag) , postbezorging en beveiliging.
• Hogere kosten catering (€ 100.000): dit wordt vooral veroorzaakt door het grote aantal jubilea en uitdiensttredingen. We verwachten, gezien de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand, ook de komende jaren een toename van de kosten.
• Hogere ICT kosten (€ 100.000): we hebben het contract met de vorige provider opgezegd en hiervoor een afkoopsom moeten betalen.
• Hogere centrale personeelskosten (€ 70.000): hogere kosten vooral door extra (applicatie)kosten bij invoering nieuw personeels - en salarissysteem (Motion) vanwege strengere eisen AVG/privacy. Daarnaast door extra kosten nieuwe website Werken in Oost Brabant, concernbrede training telefonie, extra trainingen invoering WNRA en éénmalige wervingscampagne in januari 2019.  
• Lagere kosten ondersteuning sociaal domein (WMO management & ondersteuning / contractmanagement & inkoop en team bedrijfsvoering) € 325.000: dit voordeel is met name ontstaan door vacaturevoordeel vanwege het niet of erg lastig in kunnen vullen van vacatures.
• Lagere kosten Financiën & Control (€ 95.000): lagere kosten vooral door vacatureruimte.

Voor dienstverlening hebben we een lagere kosten van € 323.000 en hogere inkomsten van € 93.000. Per saldo een voordeel van € 416.000. Dit heeft een aantal oorzaken:

• We hebben minder uitgegeven aan het programma e-dienstverlening in 2019, namelijk € 411.000. De lagere lasten hebben onder andere betrekking op de projecten burgerzaken, geografische informatie digitaal beschikbaar stellen en digitalisering van complexe ketenprocessen. Om deze projecten te kunnen realiseren hebben we met leveranciers afspraken gemaakt over het leggen van onderlinge koppelingen met software applicaties. Het leggen van deze koppelingen loopt door technische complexiteit vertraging op, waardoor we de projecten niet hebben kunnen uitvoeren c.q. afronden. Daarnaast hebben we voor sommige projecten eerst een impactanalyse gemaakt voordat we tot uitvoering overgaan, bijvoorbeeld bij de digitalisering van het postproces. Daardoor schuift de uitvoering van dit project door naar 2020. We hebben daarom ook minder geld onttrokken uit de reserve E dienstverlening.
• We hebben minder inkomsten van € 46.000 door met name een verschuiving van het aantal huwelijken op het gemeentehuis naar huwelijken op een vrije locatie. We zien hogere inkomsten van € 47.000 door naturalisaties (grote stroom vluchtelingen vanuit 2014).
• We hebben minder inkomsten van € 42.000 door minder afgifte van uittreksels en afschriften van de burgerlijke stand.
• Op het onderdeel basiskaarten hebben we hogere lasten (€ 73.000) en meer inkomsten (€ 73.000). Voor werkzaamheden die we voor de gemeente Landerd hebben uitgevoerd staan ook inkomsten tegenover van € 73.000.

Per saldo is er een financieel nadeel van € 556.000. Dit wordt veroorzaakt door:

• Voor ruim € 500.000 is dit een gevolg van een extra storting in de voorziening pensioenen wethouders. Als gemeente zijn we het "pensioenfonds" van onze voormalige en huidige wethouders. Met name door de extreem lage (reken)rente hebben we in 2019 fors moet bijstorten op basis van geactualiseerde waardeberekeningen.
• Een afboeking (correctie) van € 60.000 in verband met een koopsompolis wethouders vanuit de voormalige gemeente Lith.
• De kosten van representatie zijn € 27.000 hoger uitgevallen. Dit komt voor een deel door o.a. toename gouden paren/60-jarige bruiloften en koninklijke onderscheidingen.
• Daarnaast is in 2019 een deel van de voorziening wachtgeld wethouders vrijgevallen omdat een voormalig wethouder een (nieuwe) baan heeft.

De kosten zijn € 96.000 lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door:

• Lagere kosten werkplaatsen in de Wijk (€ 59.000): het opstellen van een meerjarige integrale gebiedsvisie voor de Schadewijk is doorgeschoven naar 2020. Daarnaast zijn de streetorganizers in de Schadewijk later gestart. Het werken met streetorganizers is gekoppeld aan het versterken van de organisatiekracht in de Schadewijk door het voeren van een integrale wijkaanpak. Hiervoor krijgen we een meerjarige subsidie van het Rijk. Bij de bestemming van het rekeningresultaat stellen we voor het restantbudget over te hevelen naar 2020, zodat we deze werkzaamheden in 2020 kunnen uitvoeren/voortzetten.
• Lagere kosten wijk- en dorpsraden (€ 34.000).