Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
Inleiding
Kapitaalgoederen zijn vermogens die zijn vastgelegd in objecten met een nut over meerdere jaren. Voor deze objecten is tijdens de levensduur geld nodig om de kwaliteit en het functioneren in stand te kunnen houden. Aanvullend is geld nodig om tijdig te kunnen vervangen of reconstrueren.
We onderscheiden in deze paragraaf drie categorieën kapitaalgoederen:
- Voorzieningen in de openbare ruimte
- Buitensportaccommodaties
- Gemeentelijke gebouwen (inclusief gebouwen basisonderwijs)
Deze kapitaalgoederen vertegenwoordigen een grote waarde. Deze kapitaalgoederen openbare ruimte, buitensportaccommodaties en gebouwen omvatten samenvattend de volgende eigendommen en circa omvang:
- 640 hectare verhardingen in wegen, straten en pleinen met bijbehorende voorzieningen als trottoirs, lichtmasten, wegmeubilair, verkeersregelinstallaties en bruggen. 20 ha onverharde en halfverharde wegen. De totale weglengte is 881, waarvan 42 km onverhard.
- 2 parkeergarages en diverse terreinen ingericht voor betaald parkeren.
- 505 kilometer hoofdriolen onder vrij verval met aansluitleidingen, 183 kilometer persleidingen, 731 mini gemalen, 87 hoofdgemalen en 70 vacuümputten met 10 kilometer vacuümleiding.
- 998 ha openbaar groen in parken, plantsoenen, bermen en natuurgebieden (exclusief bossen) waarvan 655 ha binnen de bebouwde kom en 343 ha buiten de bebouwde kom.
- 72588 bomen, exclusief bossen.
- 237 speelplekken met 1538 speeltoestellen.
- 751 hectare bosgebied.
- 154 gebouwen.
- 19 sportparken.
1. Voorzieningen in de openbare ruimte
Beheerplannen vormen de basis voor beheer, onderhoud en vervanging van voorzieningen in de openbare ruimte. Ze worden opgesteld aan de hand van beleidskeuzes die zijn vastgelegd in visiedocumenten, beleidsplannen en beleidsbeslissingen. Vanaf 2021 worden de relevante kaders in de producten van de Omgevingswet vastgelegd (visie, plan en programma's).
We definiëren beheer van deze kapitaalgoederen als volgt: de zorg voor afgesproken prestaties en kwaliteiten bij aanvaardbare risico’s en tegen afgesproken of minimale kosten.
Concreet groot onderhoud en vervangingsinvesteringen hebben we in het Integraal UitvoeringsProgramma voor de openbare ruimte (IUP) in de tijd op elkaar afgestemd. Dit betekent dat we breder maatschappelijke effecten en financiële voordelen beschouwen en meewegen bij de planning van groot onderhoud en vervanging. Maatregelen uit de beheerplannen kunnen daardoor eerder of later tot uitvoering komen. Dagelijks of klein onderhoud staat veel meer op zichzelf en wordt waar relevant gebiedsgericht afgestemd en uitgevoerd.
Beheerplannen bestrijken een beperkte periode. Deze periode is afhankelijk van de beschikbare financiële middelen, nieuwe ontwikkelingen en bestuurlijke of maatschappelijke relevantie. Naast reguliere middelen is in de programmabegroting geld beschikbaar uit reserves en voorzieningen, incidenteel projectengeld. Ook worden subsidies ingezet. In de beheerplannen brengen we ook de ontwikkeling van vervangingskosten op langere termijn in beeld. We zetten die af tegen de beschikbare middelen. Wanneer er aanleiding toe is komen we met voorstellen tot inhoudelijke of financiële aanpassing van beleid of beheer.
In 2013 heeft de gemeenteraad met de Kadernota Openbare Ruimte een kwaliteitscatalogus en kwaliteitsprofiel voor het onderhoud van de openbare ruimte vastgesteld. De budgetten voor onderhoud in de begroting zijn daarop gebaseerd.
Het volgende overzicht vermeldt actuele beleids- en beheerplannen, in welk jaar ze zijn vastgesteld en (indien gepland) wanneer we deze actualiseren.
Beleidsplan/beheerplan | Jaar vaststelling | Jaar actualisatie |
---|---|---|
Mobiliteitsbeleid | 2011 | |
Parkeerbeleidsplan | 2005 | |
Beleidsnota openbare verlichting | 2014 | |
Kadernota, visie en leidraad openbare ruimte | 2013 en 2015 | |
Kwaliteitsprofiel onderhoud openbare ruimte | 2013 | |
Speelruimtebeleid | 2017 | |
Boomstructuurplan | 2016 | |
Integraal beheerplan Openbare ruimte | 2022 | |
Deelplan wegen | 2015 | 2022 |
Deelplan openbare verlichting | 2014 | 2022 |
Deelplan verkeersregelinstallaties | 2015 | 2022 |
Beheerplan Gladheidsbestrijding | 2015 | 2022 |
Beheerplan parkeren (betaald) | 2015 | 2020 |
Meerjareninvesteringsprogramma Mobiliteit (MIPMo) | 2016 | 2020 |
Plan gemeentelijke watertaken (vGRP) | 2012 | |
Beheerplan haven | 2019 | |
Beheerplan recreatie havens | 2019 | |
Integraal Uitvoeringsprogramma openbare ruimte (IUP) | 2018 | 2020 |
De vastgestelde minimale kwaliteitsniveaus (uit de Osse kwaliteitscatalogus) voor het onderhoud van de openbare ruimte zijn:
Omschrijving | Kwaliteitsniveau |
---|---|
Centrumgebieden | Goed |
Wonen | Sober |
Werken | Sober |
Hoofdroutes | Sober |
Parken/grote groengebieden | Sober |
Natuurgebied | Sober |
Buitengebied | Sober |
Voor woongebieden is rekening gehouden met extra budget voor een plus op het onderhoudsniveau Sober.
Met uitzondering van de centrumgebieden voldoen we aan het vastgestelde kwaliteitsprofiel. Inspanningen zijn erop gericht om het kwaliteitsniveau in de centrumgebieden te verbeteren.
Financiële consequenties
Per 2017 maken we onderscheid in groot onderhoud en vervangingsinvesteringen. Groot onderhoud draagt bij aan instandhouding van het object en hiervoor moet structureel voldoende geld in de begroting beschikbaar zijn. Een vervangingsinvestering is nodig om het object aan het einde van zijn levensduur te kunnen vervangen. We activeren investeringen. De kapitaallasten drukken op de exploitatiebegroting. Deze kapitaallasten zullen de komende jaren met nieuwe investeringen toenemen. Het areaal voorzieningen dat een einde levensduur bereikt zal de komende jaren gaan toenemen omdat steeds meer voorzieningen uit de groei jaren vanaf 1960 op raken. Voor vervanging zal een beschikbaar investeringsbudget van € 3,6 miljoen verder moeten stijgen naar € 5,4 miljoen voor de periode 2022- 2026.
Opzet financiële vertaling in onze begroting
De financiële consequenties voor de vervangingsopgave in onze begroting baseren wij op de eerste 10 jaar. In de nota Vervangingsopgaven (2018) hebben we een splitsing gemaakt tussen de eerste 3 jaar en het 4de tot en met het 10de jaar. Deze opzet is gekozen om de theoretische doorrekening af te stemmen met de praktijk. De theoretische berekening is gebaseerd op de technische levensduur. Het praktische vervangingsmoment wordt gebaseerd op noodzaak vanuit actuele kwaliteitsmeting en integrale afstemming. Dat betekent dat theoretische vervangingen in de praktijk later of eerder kunnen plaatsvinden. Via het IUP worden vervangingsprojecten inzichtelijk gemaakt. In onze financiële doorrekening en voor onze begroting gaan wij uit van een gemiddeld investeringsbedrag. Dit om de piek in de werkzaamheden af te vlakken en grote financiële schommelingen te voorkomen. Het afvlakken van de piek van de werkzaamheden draagt eveneens bij aan betere beheersing en afwikkeling van de projecten.
bedragen x € 1.000
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Exploitatielasten verhoging investeringsvolume: | ||||||||
a. VAT kosten | 160 | 320 | 320 | 431 | 431 | 431 | 431 | 431 |
b. Kapitaallasten | 37 | 210 | 382 | 636 | 889 | 1.137 | 1.377 | |
Totaal exploitatielasten | 160 | 357 | 530 | 813 | 1.067 | 1.320 | 1.565 | 1.808 |
Dekkingsmiddelen: | ||||||||
Stelpost vrijval groot onderhoud | -271 | -441 | -1.261 | -1.261 | -1.261 | -1.261 | -1.261 | |
Af: kapitaallasten huidige/lopende investeringen | 80 | 160 | 240 | 320 | ||||
Totaal dekkingsmiddelen | 0 | -271 | -441 | -1.261 | -1.181 | -1.101 | -1.021 | -941 |
Saldo (exploitatielasten minus dekking) | 160 | 86 | 89 | -448 | -114 | 219 | 544 | 867 |
Deze stijgende investeringslasten voor vervangingen openbare ruimte zorgen dus voor extra financiële druk op de meerjaren begroting.
Aanwezige reserves en voorzieningen voor kapitaalgoederen in de openbare ruimte zijn:
- Reserve openbare verlichting
- Reserve verkeersregelinstallaties
- Egalisatiereserve rioleringsbeheer
- Spaar- en egalisatievoorziening rioolvervanging
- Reserve Integraal Uitvoeringsprogramma (IUP)
- Reserve mobiliteit
- Reserve kapitaallasten investeringen mobiliteit
- Reserve parkeren
- Voorziening groot onderhoud haven en brug
2. Buitensportaccommodaties
Het beheerplan buitensportaccommodaties (2015) is het beheerinstrument voor onderhoud en renovatie van sportterreinen. Dit plan geeft aan hoe we de sportvelden, verhardingen, beplanting, hekwerken, verlichting en inrichtingsmaterialen tijdens de planperiode onderhouden, vervangen en renoveren.
Beleidsplan/beheerplan | Jaar vaststelling | Jaar actualisatie |
---|---|---|
Beheerplan buitensportaccommodaties | 2015 | 2021 |
Financiële consequenties
Middelen voor groot onderhoud zijn via de voorziening onderhoud sportparken beschikbaar.
3. Gemeentelijke gebouwen
Voor het preventief en correctief onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is per 1 januari 2020 voor de duur van 4 jaar (met 2 optiejaren) een nieuw onderhoudscontract voor de technische installaties afgesloten. Medio 2020 zal een onderhoudscontract voor het gevelonderhoud worden afgesloten. Overige onderhoudsactiviteiten zullen steeds per cluster worden aanbesteed. In 2020 zal een nieuw beheerplan gemeentelijke gebouwen worden opgesteld. Het MOP en de uitvoering van de inspectie is gebaseerd op de methodiek conditiemeten (NEN2767). We onderhouden de gebouwen op conditieniveau 3: sober en doelmatig.
Beleidsplan/beheerplan | Jaar vaststelling | Jaar actualisatie |
---|---|---|
Beheerplan gemeentelijke gebouwen | 2013 | 2020 |
Financiële consequenties
De onderhoudskosten voor gemeentelijke gebouwen nemen we op in de meerjarige onderhoudsplannen. In de begroting nemen we jaarlijks structureel budget op voor de uitvoering van het noodzakelijk onderhoud. Deze budgetten reserveren we per gebouw in een onderhoudsvoorziening.
Als er op basis van Voorzieningenkaarten/het MIP toekomstplannen voor een gebouw zijn onderhouden we deze in eerste instantie op basis van het MOP. We maken dan wel slimme keuzes en werkzaamheden schuiven mogelijk naar voren of naar achteren, onder andere afhankelijk van het verwachte tempo van de ontwikkelingen.
Als een project concreet geworden is en het college en de raad bijvoorbeeld besloten hebben een bestaand gebouw opnieuw te gebruiken nemen we onderhoud mee in de verbouwingswerkzaamheden. Als besloten wordt een gebouw af te stoten analyseren we de financiële consequenties voor de betreffende onderhoudsvoorziening. De volgende onderhoudsvoorzieningen zijn aanwezig:
- Onderhoud Ir. Diddewerf
- Onderhoud brandweerkazernes Oss
- Onderhoud accommodatie emancipatie
- Onderhoud gebouwen begraafplaatsen
- Onderhoud accommodatie openluchtrecreatie
- Onderhoud Horizonscholen/gymlocaties in scholen
- Onderhoud sociaal-culturele accommodaties
- Onderhoud Museum Jan Cunen
- Onderhoud sporthallen en -zalen
- Onderhoud buurt- en wijkcentra (MFA)
- Onderhoud gemeentehuis
- Onderhoud monumenten