Samenvattend financieel beeld
Inleiding
Voor u ligt de programmarekening 2019 van de gemeente Oss. Deze programmarekening bestaat uit het jaarverslag en de jaarrekening. Hiermee leggen wij, het college van B&W, verantwoording af over het gevoerde beleid van de gemeente in 2019.
Deze verslaglegging over de gemeentelijke prestaties en bestedingen in het jaar 2019 zijn uitwerkingen van de beleidsvoornemens uit de programmabegroting.
In de aanbiedingsbrief hiervoor is al ingegaan op het inhoudelijke verhaal. In dit hoofdstuk ligt de nadruk op bijzonderheden in financieel opzicht.
Rekeningresultaat 2019
De jaarrekening 2019 sluit met een positief saldo van € 3,2 miljoen. In de volgende tabel zijn de rekeningcijfers vergeleken met de bijgestelde begroting (na verwerking van de 3O-ontwikkelingen in de financiële tussenrapportage 2019 en de programmabegroting 2020-2023).
+ is uitgaven/nadelig saldo | |||
Omschrijving | Rekening 2019 | Begroting 2019 na wijziging | Verschil |
Lasten | 300.474 | 312.424 | -11.949 |
Baten | -299.898 | -305.383 | 5.484 |
Saldo programma’s | 576 | 7.041 | -6.465 |
Stortingen reserves | 20.895 | 19.513 | 1.382 |
Onttrekkingen reserves | -24.715 | -26.583 | 1.868 |
Mutaties reserves | -3.820 | -7.069 | 3.250 |
Jaarrekeningresultaat | -3.244 | -29 | -3.215 |
In het hoofdstuk Bestemming rekeningresultaat wordt voorgesteld het saldo van € 3,2 miljoen als volgt in te zetten:
- Een bedrag van € 2 miljoen over te hevelen naar 2020 en te bestemmen voor de uitvoering/afronding van diverse projecten.
- Een bedrag van € 760.000 over te hevelen naar 2020 voor acute knelpunten in de organisatie (uitvoering WMO en vastgoed).
- Het resterende bedrag van € 0,5 miljoen te storten in de algemene reserve.
Het positieve saldo van de jaarrekening kent een aantal oorzaken. In de volgende tabellen zijn de belangrijkste voor- en nadelen opgenomen. Deze voor- en nadelen verklaren per saldo een bedrag van € 3,1 miljoen.
Belangrijke voordelen
|
Belangrijke nadelen
|
Belangrijke mutaties in reserves
Onderstaande posten zijn belangrijke afwijkingen binnen reserves. Per saldo hebben deze afwijkingen geen effect op het jaarrekeningresultaat. Wel hebben ze direct invloed op de reservepositie.
|
Een uitgebreide toelichting op de financiële afwijkingen is in de programma’s van het jaarverslag opgenomen.
Financiële positie
In deze paragraaf wordt in het kort de financiële positie van de gemeente weergegeven door te kijken naar de volgende onderdelen:
A. Weerstandsvermogen en weerstandsratio
B. Financieringspositie
C. Reservepositie
A. Weerstandsvermogen en weerstandsratio
Het weerstandsvermogen geeft de financiële gezondheid van de gemeente weer. We drukken deze uit in een ratio. De uitkomst van de ratio moet in beginsel minimaal 1 zijn. Op hoofdlijnen is het beeld als volgt:
Omschrijving | Bedrag/ratio incidenteel | Bedrag/ratio structureel |
---|---|---|
Geïnventariseerde risico’s | € 8,1 miljoen | € 2,5 miljoen |
Weerstandscapaciteit | € 24,2 miljoen | € 5,6 miljoen |
Weerstandsratio | 3,00 | 2,22 |
De conclusie hieruit is dat de weerstandscapaciteit van voldoende omvang is om de gekwantificeerde risico’s te ondervangen. We zien dat de risico's met name zijn toegenomen op het gebied van jeugdzorg en WMO vanaf 2021 en de prioriteiten/ knelpunten in de organisatie. Omdat dit structurele risico's zijn, kunnen deze een flinke impact hebben op de toekomstige begroting.
Het COVID-19 (Corona) virus heeft geen financiële gevolgen voor de jaarrekening 2019, maar wel voor naar verwachting veel beleidsterreinen van onze begroting 2020 en mogelijk voor de jaren daarna. Hoe groot de financiële impact zal zijn is nu onmogelijk te bepalen. We monitoren onze risico’s en die van onze partners voortdurend. Onze organisatie loopt geen risico voor de continuïteit. We bewaken onze liquiditeitspositie goed en nemen zo nodig maatregelen om onze taken gedurende deze crisis zo goed mogelijk te blijven uitvoeren.
B. Financieringspositie
De financieringspositie geeft de verhouding aan tussen beschikbare financieringsbronnen op langere termijn (reserves, voorzieningen en langlopende geldleningen) ten opzichte van de investeringen in vaste activa. Hiermee geeft het dus aan op welke manier de activa gefinancierd zijn.
De financieringspositie geeft aan dat er eind 2019 een financieringsoverschot is van afgerond € 30 miljoen. Hiervan kan het volgende overzicht worden gegeven:
bedragen x € 1.000 | ||
Omschrijving | 1 januari 2019 | 31 december 2019 |
Reserves | 115.892 | 119.021 |
Resultaat jaarrekening | 6.948 | 3.243 |
Voorzieningen | 39.550 | 41.832 |
Langlopende geldleningen | 125.372 | 111.781 |
Subtotaal | 287.762 | 275.877 |
Immateriële vaste activa | 1.294 | 1.242 |
Materiële vaste activa | 214.440 | 215.259 |
Financiële vaste activa | 34.547 | 28.969 |
Subtotaal | 250.281 | 245.470 |
Financieringsoverschot | 37.481 | 30.407 |
De gemeente is in verhouding in totaal dus meer gefinancierd met langlopende middelen. Dit komt doordat we onze voorraad aan grondexploitaties ook grotendeels gefinancierd hebben met langlopende middelen. We zien in 2019 wel een afname van langlopende geldleningen van circa € 14 miljoen. Voor meer informatie verwijzen we naar de toelichting op de balans.
C. Reservepositie
De reservepositie geeft het volgende beeld:
bedragen x € 1.000 | |||
Omschrijving | 1 januari 2019 | 31 december 2019 | |
Algemene reserve | 21.552 | 23.051 | |
Algemene reserve grondbedrijf | 11.646 | 13.178 | |
Reserves ter dekking begroting | 19.803 | 17.780 | |
Bestemmingsreserves ter afdekking van afschrijvingslasten | 23.630 | 22.992 | |
Overige bestemmingsreserves | 39.261 | 42.020 | |
Resultaat jaarrekening | 6.948 | 3.243 | |
Totaal | 122.840 | 122.264 |
De totale reservepositie blijft stabiel. De algemene reserve blijft op niveau. Dit komt wel door uitgestelde uitgaven. Rekening houdend met deze uitgaven komt de algemene reserve ongeveer op de norm van € 17,5 miljoen uit.
De reserves die ingezet worden ter dekking van de begroting en voor afschrijvingslasten dalen conform eerdere besluitvorming. De overige bestemmingsreserves blijven stabiel. Voor meer informatie verwijzen we naar de toelichting op de balans, onderdeel reserves.
Financiële positie grondbedrijf
De paragraaf grondbeleid en het MPG bevatten de verantwoording van het grondbedrijf over het afgelopen jaar en geven inzicht in de prognose tot en met het jaar 2023. Ontwikkeling boekwaarde De boekwaarde van de grondexploitaties per 31 december 2019 is € 97,3 miljoen. Dit is inclusief het Osse aandeel van de boekwaarde van het intergemeentelijke project Heesch-West en inclusief beheercomplexen en immateriële vaste activa. Dit betekent ten opzichte van 2019 een afname van € 11,2 miljoen. Actuele prognose De actuele prognose uit het MPG geeft het volgende totaalbeeld: | ||||
bedragen x € 1.000 | ||||
Omschrijving | Boekwaarde per 31-12-2019 | Verlies-voorzieningen | Reserves | |
Herstructureringsplannen | 8.550 | 15.969 | ||
Woningbouwcomplexen | 4.321 | |||
Industrieterreinen | 28.499 | |||
Heesch West | 20.881 | 13.106 | 2.042 | |
Beheercomplexen | 33.443 | |||
Immateriële vaste activa | 1.604 | 1.604 | ||
Totaal | 97.298 | 30.679 | 2.042 |
De verwachte winstnemingen over de jaren laten de volgende prognose zien:
bedragen x € 1.000 | |||||
Omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Herstructureringsplannen | 127 | 571 | 31 | 27 | 0 |
Woningbouwcomplexen | 2.923 | 2.628 | 1.059 | 841 | 864 |
Industrieterreinen | 4.210 | 9.090 | 7.220 | 1.654 | 1.798 |
Totaal | 7.260 | 12.289 | 5.310 | 2.522 | 2.662 |
Uit deze overzichten valt op te maken dat we de komende jaren nog een toekomstige winst van circa € 23 miljoen verwachten. Winstnemingen gaan naar de ABR (algemene bedrijfsreserve grondbedrijf). De ABR dient namelijk als weerstandsvermogen. Als het weerstandsvermogen voldoet aan de eisen van de risico-analyse dan kunnen we eventueel afromen naar de algemene dienst. Dit bekijken we elk jaar op basis van de werkelijke realisatie.
Reserves en voorzieningen grondbedrijf
De algemene bedrijfsreserve van het grondbedrijf (ABR) is bedoeld om risico’s af te dekken die zich binnen het grondbedrijf kunnen voordoen. Bij de programmabegroting 2019 is door de gemeenteraad de nieuwe methode voor risicomanagement (Monte-Carlomethode) binnen het grondbedrijf vastgesteld. Hiermee bewerkstelligen we een eenduidig risicobeleid waarbij alle risico's van de grondexploitaties worden meegenomen in plaats van verspreiding op diverse plaatsen. Hierdoor kunnen we ons beperken tot één risicoreserve. In het volgende schema is een totaaloverzicht gegeven van de ontwikkeling van de ABR in 2019:
bedragen x € 1.000 | ||
Omschrijving | Bedrag | |
Stand per 1 januari 2019 | 11.646 | |
- Rente | 140 | |
- (Tussentijdse) winstnemingen industrie | 4.210 | |
- (Tussentijdse) winstnemingen woningbouw | 2.923 | |
- (Tussentijdse) winstnemingen herstructurering | 127 | |
- Verkoop beheer- en overige gronden | 408 | |
Stortingen | 7.808 | |
- Extra voorziening te verwachten exploitatieverliezen | -2.375 | |
- Onttrekking voor de reserve strategische aankopen | -500 | |
- Onttrekking voor projecten in reguliere begroting | -2.600 | |
- Extra voorziening immateriële vaste activa | -755 | |
- Overige | -47 | |
Onttrekkingen | -6.277 | |
Stand ABR per 31 december 2019 | 13.177 |
Op basis van een meerjarenprognose en de risicoanalyse is het verloop van de reserves en voorzieningen binnen het grondbedrijf als volgt:
bedragen x € 1.000 | |||||
Omschrijving | 31 december 2019 | 31 december 2020 | 31 december 2021 | 31 december 2022 | |
Algemene bedrijfsreserve | 13.177 | 19.128 | 24.565 | 27.280 | |
Reserve strategische aankopen | 500 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | |
Risicoreserve Heesch West | 2.042 | 2.042 | 2.042 | 2.042 | |
Voorziening immateriële vaste activa | 1.604 | 1.232 | 1.332 | 1.432 | |
Voorziening exploitatieverliezen | 15.969 | 18.167 | 18.381 | 14.382 | |
Voorziening Heesch West | 13.106 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal | 46.398 | 41.569 | 47.320 | 46.136 |
De algemene bedrijfsreserve stijgt de komende jaren. De minimale omvang van deze reserve bedraagt € 5,4 miljoen in 2020 en stijgt naar circa € 6,3 miljoen in 2023. Het bedrag boven deze minimale ABR kunnen we afromen naar de algemene middelen. Op basis van de prognose bij de programmabegroting 2020-2023 is besloten om de ABR in 2020 met € 6,6 miljoen te verlagen. Op basis van de huidige prognoses is de aanvullende ruimte voor 2021 tot en met 2023 circa € 21 miljoen. Hiervan valt het grootste deel in 2021 (circa 13,2 miljoen).
In dit overzicht is rekening gehouden met het besluit van de gemeenteraad (januari 2020) om de grondexploitatie voor het Walkwartier vast te stellen. Het verwachte verlies is opgenomen onder de post voorziening exploitatieverliezen. Hierin zitten ook verliezen gekoppeld aan andere projecten.
Voor het project Heesch-West is op basis van de regionaal vastgestelde grondexploitatie een verwacht verlies van € 13,1 miljoen afgedekt (in een voorziening). Daarnaast hebben we op basis van onze risicoanalyse een aanvullende risicoreserve van afgerond € 2 miljoen voor Heesch-West gevormd.
Voor een specificatie verwijzen we naar het MPG, de paragraaf grondbeleid en de toelichting op de balans.
Ontwikkelingen na 2019
De uitbraak van COVID-19 (Corona) eind februari 2020 heeft een enorme impact op ons allemaal. De wereldwijde pandemie leidt tot ongekende omstandigheden. De huidige crisis raakt veel beleidsterreinen van onze organisatie. Ter ondersteuning van het bedrijfsleven sluiten we zo veel mogelijk aan bij de landelijke regelingen van het kabinet. Vervolgens kijken we naar provinciale regelingen en ook kijken we naar onze eigen rol. Uitgangspunt daarbij is dat we zo veel mogelijk het zorglandschap en economische/ maatschappelijke infrastructuur in stand houden. We willen een stabiele partner zijn, maar geen onverantwoorde wissel trekken op de toekomst. We volgen in principe landelijke VNG adviezen en stemmen regionaal af, tenzij we belangrijke redenen zien om daarvan af te wijken. Vanuit het principe “samen staan we sterk” pakken we deze crisis aan.
Resultaatbestemming 2019
In de jaarrekening wordt voorgesteld om het positieve saldo van afgerond € 3,2 miljoen te bestemmen. Voorgesteld wordt om voor concrete projecten een bedrag van € 2 miljoen over te hevelen naar 2020 en te bestemmen voor de uitvoering van deze projecten en afronding van diverse projecten. Daarnaast stellen we voor om € 760.000 over te hevelen voor acute knelpunten in de organisatie in 2020. We hebben vooral acute problemen bij de uitvoering van WMO en vastgoed. Voor het restant van € 0,5 miljoen wordt voorgesteld dit in de algemene reserve te storten. De algemene vrije reserve is bestemd voor de opvang van algemene risico's en fluctuaties in de rekeningresultaten. De norm voor de algemene reserve is 10% van de algemene uitkering. Dat komt neer op een bedrag van € 17,5 miljoen. De hoogte van de algemene reserve is afgerond € 23 miljoen (voor bestemming rekeningresultaat). Rekening houdend met nog lopende verplichtingen van circa € 5,5 miljoen zorgt deze storting ervoor dat het saldo van de algemene reserve uitkomt op circa € 18 miljoen. We schatten in (maar kunnen dat op dit moment niet overzien) dat we uit de algemene reserve geld nodig hebben voor compenserende maatregelen naar aanleiding van de corona crisis.
Accountantscontrole
De accountant heeft op grond van artikel 213 van de Gemeentewet naast een getrouwheidsonderzoek ook een rechtmatigheidsonderzoek uitgevoerd naar de baten, lasten en balansmutaties. De controleverklaring is nog niet definitief afgegeven maar een goedkeurende verklaring volgt.