Paragraaf financiering
Inleiding
De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s. De treasuryfunctie gaat over de financiering van beleid en het aantrekken van de geldmiddelen die daarvoor nodig zijn. De uitvoering van deze taak vraagt snelle beslissingen in een complexe geld- en kapitaalmarkt.
Het beleid van Oss voor de treasuryfunctie is vastgelegd in het treasurystatuut.
De belangrijkste punten uit het treasurystatuut zijn:
- Overtollige gelden zetten we alleen uit bij banken of instellingen die voldoen aan de eisen van de Wet Fido en de bijbehorende uitvoeringsregeling.
- Het aantrekken van leningen gebeurt door bij tenminste 2 financiële instellingen een offerte aan te vragen.
- We maken alleen gebruik van financiële instrumenten om risico’s te verkleinen en niet om te speculeren.
Uit deze keuzes blijkt dat we voor een laag risicoprofiel gekozen hebben.
1. Algemene ontwikkelingen
Renteontwikkelingen
De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB).
De ECB heeft in september 2019 een groot pakket aan stimuleringsmaatregelen aangekondigd, waarvan verlaging van het rentetarief en een nieuw opkoopprogramma van obligaties onderdeel uitmaken. De ECB herhaalde dat de rentetarieven op de huidige lage niveaus blijven totdat de inflatie in de buurt van de 2 procent komt. Het opkoopprogramma dat 1 november 2019 van start is gegaan, heeft geen precieze einddatum en gaat door zolang als de ECB het nodig acht om de inflatiedoelstelling te halen. De herfinancieringsrente, het tarief waartegen banken geld lenen, blijft staan op 0%. Dit betekent dat banken renteloos geld kunnen lenen. De depositorente blijft gehandhaafd op -0,5%. Daardoor moeten banken betalen om geld bij de ECB te stallen.
De Nederlandse overheid en daarmee de decentrale overheden profiteren eveneens van deze lage rente. Momenteel zijn de tarieven voor 1-maands kasgeld -0,5% en voor 10-jaars leningen liggen de tarieven rond de 0%. Kort financieren blijft voorlopig aantrekkelijk.
2. Langlopende leningen
Op 11 februari 2019 hebben we een lening van € 15 miljoen afgesloten met een looptijd tot 17 februari 2020 tegen -/- 0,32% rente. Op 17 februari 2020 is deze lening verlengd tot 22 februari 2021 tegen -0,375 % rente.
bedragen x € 1.000 | |||
Omschrijving | Opgenomen | Verstrekt | |
Stand per 1 januari 2019 | 122.830 | 34.947 | |
Aflossingen in 2019 | 28.185 | 7.101 | |
Opgenomen/ verstrekt | 15.000 | 1.384 | |
Stand per 31 december 2019 | 109.645 | 29.230 |
3. Kasgeldlimiet
Een gemeente mag tot de kasgeldlimiet met kortlopende geldleningen (korter dan 1 jaar) gefinancierd zijn. De minister van Financiën heeft de kasgeldlimiet op 8,5% van het begrotingstotaal vastgesteld. Voor Oss was de limiet in 2019 € 27,037 miljoen (8,5% van 318,079 miljoen). Het is toegestaan om 2 kwartalen op rij de kasgeldlimiet te overschrijden. Daarna moet de kortlopende schuld weer onder de limiet worden gebracht.
In 2019 is de kasgeldlimiet elk kwartaal onder de norm gebleven.
In de volgende tabel geven we onze liquiditeitspositie over alle kwartalen van 2019 weer:
bedragen x € 1.000 | ||||
Kasgeldlimiet | 1e kwartaal 2019 | 2e kwartaal 2019 | 3e kwartaal 2019 | 4e kwartaal 2019 |
Vlottende schuld per maand (1) | 24.101 | 25.736 | 11.666 | 3.333 |
Vlottende middelen per maand (2) | 0 | 0 | 3.702 | 6.926 |
Netto vlottend (+) of Overschot middelen (-)(3) | 24.101 | 25.736 | 7.964 | -3.593 |
Kasgeldlimiet | 27.037 | 27.037 | 27.037 | 27.037 |
Ruimte onder de kasgeldlimiet | 2.936 | 1.301 | 19.073 | 30.630 |
4. Renterisiconorm
Bij het bepalen van de looptijd van de geldleningen die we aantrekken houden we rekening met de wettelijke renterisiconorm. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering van langlopende geldleningen te beheersen en om dus te zorgen voor goede spreiding van looptijden van leningen. Het renterisico wordt daarbij bepaald als de som van de renteherzieningen en de aflossingen. Het is van belang dat renteherzieningen en aflossingen in de tijd gespreid zijn. De renterisiconorm is vastgesteld op 20% van het begrotingstotaal. Voor Oss was de norm in 2019 € 63,6 miljoen.
We hebben in 2019 de renterisiconorm voor 44% (€ 28,2 miljoen) gebruikt. In de lijn van het treasury-beleid is dat veilig.
Ons renterisico over de vaste schuld in de jaren 2019-2022
bedragen x € 1.000 | |||||
Nr. | Renterisico(norm) | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
1. | Stand van begrotingstotaal | 318.079 | 349.634 | 294.686 | 298.586 |
2. | Renterisiconorm (20% van 1) | 63.600 | 69.900 | 58.900 | 59.700 |
3. | Renterisico op vaste schuld * | 28.184 | 28.190 | 26.196 | 11.203 |
4. | Ruimte onder renterisiconorm | 35.416 | 41.710 | 32.704 | 48.497 |
* Renterisico op vaste schuld is de som van de renteherzieningen en de aflossingen op langlopende geldleningen.
5. Renteschema
De gewijzigde BBV-voorschriften schrijven voor dat we voortaan ook inzicht geven in de rentelasten, het renteresultaat, de financieringsbehoefte en de manier waarop we rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden toerekenen.
Renteschema
Omschrijving | Bedrag |
---|---|
Externe rentelasten over de korte en lange financiering | € 2.319.791 |
Externe rentebaten | - € 1.202.810 |
Saldo door te rekenen externe rente | € 1.116.981 |
Rente die aan de grondexploitatie doorberekend moet worden | - € 559.188 |
Rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld toegerekend moet worden | € 0 |
Totaal door te rekenen externe rente | € 557.793 |
Rente over eigen vermogen | € 1.807.659 |
Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) | € 291.006 |
Totaal aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht overhead) toe te rekenen rente | € 2.656.458 |
Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | - € 3.404.756 |
Renteresultaat op het taakveld treasury | - € 748.118 |
Zowel de omslagrente als de rente over de grondexploitatie hebben we op basis van bovenstaande nacalculatie naar boven afgerond en definitief vastgesteld op respectievelijk 1,5% en 1,02%.
Bij de verdeling van de externe rente naar de verschillende taakvelden ontstaat een positief exploitatieresultaat van € 748.118 op de activiteit kapitaallasten.
6. Schatkistbankieren
Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden van decentrale overheden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor hoeft het Rijk minder geld te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen.
Op basis van ons begrotingstotaal 2019 mogen we per dag afgerond maximaal € 2,35 miljoen (0,75% van begrotingstotaal) aan overtollige middelen aanhouden. Het eventuele meerdere aan overtollige middelen romen we dagelijks af en brengen we onder bij de Nederlandse schatkist.